Het nieuwe Harmonie-complex 1884-1891.

Na jaren van voorbereiding en plannenmakerij werd in 1891 het gehele complex ingrijpend gewijzigd. De uit 1856 dateren­de concertzaal werd afgebro­ken. Het uitverkoren ontwerp 'Eccolo' van de architecten Th. G. Schill en D.H. Haverkamp leverden een grotere concert­zaal op en een voorgebouw met monumentale hoofdingang en voorplein aan de Oude Kijk in 't Jatstraat. Het complex werd in twee fasen gebouwd. Een bestaand café op de hoek van de Uurwerkers­gang en de Oude Kijk in 't Jatstraat maakte plaats voor de biljartzaal.
en een weelderinge aankleding en meubilering.

Verder omvatte het ontwerp uitbreiding van de lees- en conversatiezalen aan de tuinzijde, de bouw van een toneelzaal met
zitplaatsen voor 500 personen op de verdieping hierboven en de monumentale hoofdingang met zuilen en een tympaan aan het toegangsplein aan de Oude Kijk in 't Jatstraat, de vervanging van de muziekkiosk in de tuin door een stenen muziektempel en de verfraaiing van de tuin met bloemperken, gaslampen en straatlantaarns.  
In de tweede fase werden de repetielokalen, keukens en dienstvertrekken in de bestaande oost-westvleugel vernieuwd en kwam de bouw van de grote concertzaal rond de oude tot stand. De architecten kozen voor een uitbundige bouwstijl die typerend is voor het 19de eeuwse eclecticisme en vaak werd toegepast bij de bouw van schouwburgen en theaters: van schilderingen en rijk versierd stucwerk.


Op dinsdag 6 Oktober 1891 werd de nieuwe Concertzaal feestelijk in gebruik genomen waarbij het orkest van De Harmonie een voor deze gelegenheid speciaal gecomponeerde nieuwe wals ten gehore bracht. De zaal van circa 40 x 20 meter groot bood plaats aan 1200 (!) bezoekers.

Verval en sloop

Na een periode van grote bloei in de tweede helft van de 19de eeuw en het eerste kwart van deze eeuw kwam een periode van verval. Na 1933 werd er vrijwel geen onderhoud aan de Harmonie gepleegd. Door de grote brand van 1943 waren de toneelzaal en de aangrenzende bovenzalen verwoest, waardoor grote delen van de eerste verdieping niet meer gebruikt werden. Boven de balklagen van de eerste verdieping werd een provisorische dakbedekking aangebracht waardoor het op de begane grond droog bleef, maar waarbij de bovenbouw inwaterde. Door vorstschade holde de bouwkundige kwaliteit verder achteruit.
In 1963 kocht de Rijksuniversiteit Groningen via de Gemeente het zwaar verwaarloosde complex van vereniging 'De Harmonie'. Door cultuurpolitiek gemarchandeer moest ondanks heftige protestacties en tot frustraties van velen de fameuze Concertzaal van de Harmonie in 1973 het loodje leggen. Vanaf 1973 volgde een omstreden restauratie van het voorgebouw.


De gegevens voor dit artikel zijn ontleend aan: Auke van der Woud (red.), De innige betrekking tussen stad en hogeschool. Architectuur en stedebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, 1950-1984. Groningen, 1984.


Lees ook: J.M. Minderhoud, 'De Harmonie, eens het culturele centrum van Groningen',  Profiel |Uitgeverij Bedum, 2007 ISBN 9789052944012

Terug